De Boekelse St. Lambertusstam
Alvorens de activiteiten van de Boekelse St. Lambertusstam te beschrijven, dient eerst in het kort iets gezegd te worden over de geschiedenis en het ontstaan van het voortrekken te Boekel.
Het verkennen in Boekel is begonnen onder de oorlog met de zogenaamde Jonge Wacht, die vanwege de Duitse bezetting haar activiteiten heimelijk moest uitoefenen in de kelders van de parochiekerk.
Uit deze Jonge Wacht ontstond op het einde van de oorlog de eerste Boekelse verkennersgroep. In 1947 werd uit deze verkennersgroep, een voortrekkersgroep gevormd, als oubaas hiervan werd door groepsleider Reijbroek de heer Corssmit geïnstalleerd.
De eerste stam liep echter op een mislukking uit.
Het jaar daarop werd opnieuw een poging gedaan om een stam te stichten en nu had men meer succes.
Er ontsond een zeer goede groep, bestaande uit zes leden. Een ervan, de heer J. van Doren, werd later leider. In 1949 – 1950 telde de stam vijf leden, o.a. A. van Haandel, die later leider zou worden, en H. v. Moorse!, die nu in Canada woont.
In 1950 – 1951 trad naast de oubaas van de stam, de heer Corssmit, ook de baas op, die de meer directe leiding van de stam had.
De eerste, die als zodanig fungeerde, was A. v. Haandel. Uit de voortrekkersgroep van dit jaar kwamen de toekomstige verkennersleiders, o.a. P. de Bie.
In 1951 legde de heer Corssmit zijn functie als oubaas neer en nam tot 1961 alleen nog deel aan het jaarlijkse kamp.
Daarna trok hij zich geheel uit het verkenners- en voortrekkersleven terug. Na 1951 werd dus de stam alleen geleid door A. van Haande!, de baas.
In 1959 trok A. van Haandel zich uit het voortrekkersleven terug en had de stam dus geen leider meer.
Tot 1961 leidde ze een min of meer kwijnend bestaan.
In 1961 werden echter enige belangrijke maatregelen genomen, die geleid hebben tot het ontstaan van de huidige actieve voortrekkersstam. In dat jaar werd n.l. besloten. dat de groepsleider van de verkenners, de heer H. Reijbroek, als assistentdistrictscommissaris de belangen van het district Veghel mede zou behartigen en dat de heer J. Jansen hem als groepsleider zou opvolgen. (Zoals bekend, zijn zij in december 1962 officieel in hun nieuwe functie bevestigd).
Verder werden de heren J. van Doren en Th. Kramer, die toen nog niet zo lang in Boekel woonde en die al jaren voortrekker was geweest, respectievelijk als baas en oubaas van de voortrekkers aangesteld. Met deze nieuwe leiders werd in 1961 het voortrekkersleven weer actief opgevat.
De nieuwe stam, die de eerste stam was in het district Veghel en die aanvankelijk bestond uit oubaas, baas en vier aspirant – voortrekkers, koos St. Lambertus als haar patroonheilige en op 7 september werd de eerste stamavond gehouden in de blokhut.
Al spoedig kwamen er enige nieuwelingen bij, zodat in november de stam zeven aspirant – voortrekkers telde.
Activiteiten bleven niet uit. Gedurende het resterende deel van het jaar hield men droppings, ontgroende men elkaar en had men een aandeel in de ouderavond van de verkenners en de welpen, waarbij ook de Arnhemse Verkennersdrumband optrad.
De jonge stam hield zich ook bezig met ernstige discussies, met praktisch werk, met gezellige avonden (o.a. het St. Nicolaasfeest).
Ook bij de intocht van St. Nicolaas in Boekel hebben de voortrekkers een belangrijk aandeel gehad.
Het jaar 1962 werd luisterrijk ingezet met een zéér geslaagd weekend te Cromvoirt, waarop een sfeervolle en tevens gezellige, doch wel wat verlate Kerstavond plaats had met de Boekelse Seniorgidsen.
Dit jaar bruiste verder van voortrekkersactiviteiten: men hield weer ernstige discussies, waarbij o.a. ook de bekende pater Houdijk eens aanwezig was, men verdiepte zich in de geschiedenis van Boekel, de Peel. de ruilverkaveling en de N.C.B. en men organiseerde de Boekelse gemeenteraadsledengewichtenpool t.b.v. de actie 10 x 10.
Gedurende de laatste dagen van de Goede Week hielden de voortrekkers een Goede – Weekkamp, om zich te bezinnen op het lijden van Christus en op het Paasgebeuren en op tweede Paasdag vierde men het jaarlijkse St. Jorisfeest, deze keer niet in Boekel. doch in Vegel.
Ook nam men het zeer gewichtige besluit om in augustus deel te nemen aan het alombekende Bouwkamp Göttingen, dat georganiseerd werd door de Nationale St. Jozefstam, die zich met bouwactiviteiten bezighoudt.
Begin juli hield men voor de afwisseling nog eens een weekend, ditmaal te Merselo bij Venray en op 1 juli verzorgden de voortrekkers het muzikale gedeelte van de missie avond, die op die dag gehouden werd.
Gedurende de maand, die de stam nog van het Bouwkamp Göttingen scheidde, werden weer nieuwe aspirant-leden aangenomen en sprak men over eventuele uitbreiding van de oude stamhut of eventuele verhuizing naar een nieuwe.
Ook werd alles geregeld voor het Bouwkamp.
In de laatste week van augustus kwam dan eindelijk het grandioze sluitstuk van een zeer vruchtbaar stamjaar: met negen man trokken de voortrekkers op naar het Bouwkamp te Göttingen in Duitsland, om daar mee te werken aan de bouw van acht huizen voor Oostduitse vluchtelingen.
Dit bouwkamp, dat negen weken duurde en waaraan voortrekkers uit geheel Nederland hebben deelgenomen, was zoals gezegd, georganiseerd door de Nationale St. Jozefstam.
Gedurende de dagen dat onze voortrekkers in Göttingen waren, hebben zij, naast het zware werk overdag (funderingen graven), ook veel gezien en geleerd: men maakte een excursie naar het IJzeren Gordijn en sprak met vluchtelingen in het vluchtelingenkamp Friedland.
Ook aan gezellige avonden ontbrak het niet. Zij hebben er verschillende mensen leren kennen, waarmee men later nog vaak in contact zou komen, o.a. een fotograaf, die daar al langer was en die van het hele kamp een foto- en diareportage heeft gemaakt.
De voortrekkers zullen deze mooie dagen niet gauw vergeten.
Weer terug in het kleine Holland, begon men met frisse moed aan een nieuw stamjaar. Voor het eerst hield de stam zich bezig met de zogenaamde kwestbehandeling, alvorens twee aspirant – voortrekkers, Hein Trienekens en Harry van Doren, officieel tot voortrekker werden geïnstalleerd.
Dit laatste geschiedde op luisterrijke en feestelijke wijze op het einde van september in de kapel van het bejaardencentrum.
Enige weken daarna kwam de Jan van Hoofstam uit Schiedam, die men op het bouwkamp had leren kennen, in Boekel op weekend en korte tijd later werden enige voortrekkersgasten tot aspirant – voortrekker geïnstalleerd.
In deze tijd van het Concilie werd er door de stam ook ernstig over het Concilie gesproken.
Ook maakte men weer tochten, hield men droppings en verrichtte men praktisch werk. In december vierde men weer het St. Nicolaasfeest in stamverband en ging men naar Vught voor een re unie – weekend van het Bouwkamp Göttingen.
Het jaar 1963 werd door de stam goed ingezet. want op de eerste stamavond de beste begon men al met de hele inventaris van de oude stamhut in een Volkswagen te laden en over te brengen naar het bejaardencentrum. waar de voortrekkers de beschikking hadden gekregen over de ruime zolder van de schuur Zeven maanden lang hebben ze er. ondanks de strenge winter. gewerkt en getimmerd om deze zolder om te bouwen tot een fraaie en gerieflijke stamhut. (In de oude stamhut vestigde zich intussen de pas opgerichte Rowangroep. die een overgang vormt van de verkenners naar de voortrekkers).
Het was ook in deze tijd. dat de voortrekkers de befaamde balpenactie hebben gevoerd om de bewoners van het bejaardencentrum een televisie te kunnen schenken.
Deze actie is volledig geslaagd en op Passiezondag werd met enige luister en in het bijzijn van de voornaamste geestelijke en wereldlijke autoriteiten van Boekel de televisie aangeboden.
Helaas zou men enige dagen daarna de oubaas voor lange tijd moeten missen. daar deze voor enkele maanden naar het ziekenhuis moest.
Ondertussen draaide de stam toch gewoon door: op een van de stamavonden besloot men een vakantiekamp in Luxemburg te houden en men hield normaal het Goede – Weekkamp. dat nu een sfeervol karakter had. omdat. men nu zo’n mooie ruime stamhut had.
Ook nam men deel aan het jaarlijkse Sint Jorisfeest.
Begin mei ging men op weekend naar Schiedam, waar men oude bekenden van de Jan van Hoofstam nog eens ontmoette en enige weken later hield men een weekend in de Achelse Kluis om er kennis te maken met het leven van de Trappisten en ook tot intentie van oubaas Kramer, die gelukkig enige weken daarna weer genezen en wel uit het ziekenhuis terugkeerde.
Met Pinksteren verleenden de voortrekkers hun medewerking tijdens de missie – fancy – fair.
Tussen de bedrijven door werden er weer verschillende kwesties besproken en werd het programma voor het kamp Luxemburg in elkaar gezet. In juli vierde Boekel zijn 650 – jarig bestaan. aan de festiviteiten waarvan ook de voortrekkers hun medewerking verleenden.
4 Augustus was de meest grootse dag in de geschiedenis van de Boekelse St. Lambertusstam.
Op die dag namelijk werden oubaas en baas als zodanig in hun functie bevestigd. werden weer twee aspirant voortrekkers, Piet van de Heuvel en Jan Wassenberg tot voortrekker geïnstalleerd en werd de nieuwe stamhut ,officieel geopend in het bijzijn van verschillende autoriteiten.
Een en ander had de nodige feestavondjes tot gevolg. zodat de voortrekkers zeer aangename herinneringen aan deze dagen hebben.
Vermeldenswaardig is nog, dat de reeds eerder genoemde fotograaf Frans Wijffels alles gefilmd en gefotografeerd heeft.
Gedurende de nu komende tijd werd alles geregeld voor het kamp in Luxemburg en de laatste week van augustus vertrokken de voortrekkers naar dit mooie land.
Dit kamp droeg nu vooral het karakter van een vakantiekamp.
Men maakte in Luxemburg vele mooie dagtochten en men genoot er van de fraaie landschappen en bezienswaardigheden.
Geheel uitgerust en weer vele ervaringen rijker kwam de stam begin september weer in Boekel terug. Met dit kamp werd het stamjaar 1962-1963 besloten.
In de toekomst zal de St. Lambertusstam, die nu kleiner is geworden, omdat enige leden om studieredenen en anderszins niet meer actief mee kunnen doen, nauwere contacten gaan leggen met andere voortrekkesstammen, o.a. met de pas opgerichte Colonel Johnsonstam te Veghel.
Terugziende op het voorgaande kunnen we zeggen. dat onze voortrekkers een belangrijke plaats en positie in Boekel hebben ingenomen en dat ze op allerlei manieren (naast het voorgaande ook op het gebied van acties. praktisch werk en kerkdeurcollecten),
Kerk en Maatschappij in ons dorp hebben weten te dienen.
Wij wensen de Boekelse St. Lambertusstam dan ook het allerbeste voor de toekomst en besluiten met de heilwens van de verkenners: GOED SPOOR!